100 Jaar NZH - 50 jaar busvervoer:
In de serie tekeningen van de NZH
zijn we aangekomen in 1972 en in die tijd was het nog steeds
Leyland dat de toon aangaf maar DAF
verscheen meer en meer in beeld. Dat viel veel mensen niet zo op
omdat de carrosserie veelal door hetzelfde bedrijf gebouwd werd.
Den Oudsten bouwde op Leyland chassis en op DAF chassis. Het
verschil zat voor amateurs zichtbaar en herkenbaar in de grille
en de wielen van het chassis. En ook hoorde je bij een Leyland
voertuig een specifieke piep bij het schakelen. Als je het
motorgeluid niet herkende, wist je toch dat het geen DAF was.
Klik op de tekening
voor een grotere versie.
Bustype:
Ik heb ooit een aardige serie foto's gekregen met 12 bustypes
als onderwerp met wat technische specificaties erbij. In deze
brief het 9e voorbeeld, een Mercedes Integro, een populair
bustype niet in het minst vanwege de degelijkheid. Dat lag
stevig op de weg, geen lagevloer dus gedoemd te verdwijnen maar
menigeen denkt terug aan het gevoel een echte bus te besturen.
De vooruitgang heeft ons een geheel ander bustype gebracht en
dat zal ongetwijfeld een nuttig doel dienen maar met deze
Integro reed je als touringcar de lijndiensten. In
busbrief 31 heb ik er al een 'special' over gemaakt.
2e leven:
Deze 2 foto´s van Erik Kanters kan
ik ook in een ander hoofdstuk kwijt zoals bij 'Cuba' of het
hoofdstuk 'Buitenland' maar eigenlijk maakt het niet uit, het is
gewoon leuk om te zien wat er van bepaalde bussen is
terechtgekomen ongeacht hoe, wat en waarom. De eerste foto laat
nog duidelijk de originele eigenaar zien namelijk Arriva. En ook
het oude wagenparknummer is behouden gebleven: 4604. Aan de
zijkant staat het Cubaanse wagenparknummer 03-356. Er is wel
meer dat opvalt aan dit voertuig want er behoorlijk wat aan
versleuteld. De voorzijde lijkt wel gepotnageld en de filmkast
bestaat niet meer uit het originele materiaal.......De locatie
heeft wel iets idyllisch zo aan de zee. Het gaat hier om een DAF
MB230/B89 Alliance van den Oudsten en het originele kenteken was
VR-58-HH. De bus is gebouwd in 1992 en is in 2007 via Womy naar
Cuba geëmigreerd. Het was een wagen uit een grote serie die liep
van 4577 tot en met 4632.
De volgende bus ziet er ook
niet al te fris meer uit. De rood wit blauwe koplampen zijn
vermoedelijk een eerbetoon aan de afkomst want deze
onvervalste DAF MB200 stamt uit de NZH vloot uit de jaren
tachtig, 1980 voor deze bus om precies te zijn. De
carrosserie was oorspronkelijk van Van Hool maar op de foto
is duidelijk de bekende den Oudsten naam te zien. Het
naslagwerk zal vast wel gelijk hebben en deze wagen heeft
waarschijnlijk wat uiterlijke wijzigingen ondergaan op Cuba
waardoor de grille deze verwarring verzorgd. De voordeur
bestaat namelijk ook uit verschillende onderdelen en van
oorsprong was het ook geen cabriobus. Het originele kenteken
was 64-TB-07. In 1996 is de bus bij de NZH uit dienst
geplaatst en ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat
dit mogelijk de laatste rustplaats is gezien de algemene
conditie maar in Cuba kan alles dus je weet maar nooit.
Leyland:
Nu we hierboven toch gesproken hebben over
verschillende onderdelen, heb ik in mijn archief nog 2 foto's
gevonden van een motorblok van de LTM. Een Limburgse Leyland
O680. Dat waren Leyland-Verheul bussen uit 1962 en als tweede
foto heb ik een voorbeeld (niet in kleur) geplaatst van het type
bus waar deze motor in gelegen kan hebben.
Deze foto is ook van een van de ondergang geredde motor
met op de achtergrond het andere motorblok. Ook is een gedeelte
van een bord met de Connexxion te zien dus deze motoren zullen
ergens bewaard worden. Ik zie ook een soort glas-in-lood raam op
de achtergrond dus we zien vermoedelijk een opslag van
historisch materiaal. (het glas-in-lood raam is afkomstig van
het vroegere WSM kantoor in Loosduinen, heeft daarna in het
hoofdkantoor van de TET gehangen en is onlangs aan het HBM
geschonken door Connexxion). Het bijschrift van deze foto
gaf aan dat beide motorblokken van een Leyland zijn maar omdat ik op de 2e
foto duidelijk de brandstofklep kan zien met de naam Volvo, heb
ik het vermoeden dat het dus een Volvo motor kan zijn. Als voorbeeld
een foto van de Volvo 9.07 oftewel
de 3551 uit 1979. (dus toch geen Volvo, zie hieronder)
Intussen is er aanvullende informatie binnengekomen waarmee alle
vragen beantwoord zijn. De foto's zijn trouwens van het
HaagsBusMuseum van Peter Kloosterman en bij mij terechtgekomen
door Ronald van Apeldoorn via Aad Westerduin. (dank) en de locatie
is dus ook de opslag van het HBM.
Aanvulling van Willem Hakkesteegt:
Leuk om weer een nieuwsbrief te mogen ontvangen.
Je bent betreft de motoren op een dwaalspoor gezet door de VOLVO
dop op de vulpijp.
Het zijn wel degelijk 2 x LEYLAND O680 motoren. Van de
zogenaamde VOLVO motor herken ik de LEYLAND kenmerken van het
oliecarter, oliefilterhuis en de DPA roterende brandstofpomp.
Het vliegwiel is hier niet aanwezig.
Ronald Apeldoorn schrijft:
De twee O.680 motoren komen me wel erg bekend voor (ik heb ze
zelf aangeschaft voor het HBM). Ze komen uit Brabant en zaten in
rijdende onderstellen die gebruikt werden als carnaval
praalwagens. Ik heb er een stukje over geschreven in het
HBM-donateursblad:
Twee Leyland O.680 motoren gekocht
Op 9 mei 2020 konden we voordelig twee Leyland O.680 motoren
aanschaffen, de motoren waren gedemonteerd uit voormalige bus
chassis die voor carnaval praalwagens werden gebruikt. Helaas
waren assen, versnellingsbak en andere delen al als oud ijzer
verdwenen maar met de motoren alleen zijn we al blij. Deze
motoren en/of de onderdelen daarvan zijn bedoeld om met de
HBM-museumbussen te kunnen blijven rijden. We hebben een groot
aantal bussen met dit type motoren. Het is onbekend van welke
bussen de motoren afkomstig zijn, de motornummers zijn 7509023
en 8061915. Mocht iemand wel weten waar de motoren vandaan komen
dan horen we dat graag!
En ja, die ene motor heeft een Volvo klep,
hoort niet maar past wel......;-)
Klik op deze foto voor een filmpje met het
oorspronkelijke buschassis en dit motorblok nog actief bij het
ophalen ervan in Brabant
De foto van het veronderstelde Volvo motorblok
zorgde dat ik een foto van deze VSL bus plaatste maar dat slaat
nu niet meer op het motorblok. Toch heeft de busfoto voor genoeg
discussie gezorgd en ik heb van Dick van der Goot (groot Volvo
en Tensen liefhebber en kenner) de nodige informatie toegestuurd
gekregen en dat wil ik niemand onthouden dus daarom klik op de
foto voor het bestand waarin Dick herinneringen ophaalt aan het
vervoerbedrijf Tensen en de Volvo's.
Over deze 9-07 van VSL schrijft Dick het volgende:
"Het was er één uit een groepje van vier Volvo/Hainje-bussen
die VSL van Cramers uit Grevenbicht had overgenomen. Cramers
reed, behalve lijndiensten tussen onder andere Obbicht,
Grevenbicht, Born, Sittard en Geleen, ook groepsvervoer voor de
autofabriek te Born. Omdat die fabriek in de zeventiger jaren
door DAF werd overgedragen aan Volvo, achtte Cramers het
raadzaam, vanaf dat moment ook met bussen van het merk Volvo te
rijden. Allereerst werd een aantal zeer oude tweedehands
Volvo-bussen van de BBA overgenomen (die er nog niet zo erg oud
uitzagen omdat zij tussendoor een tweede carrosserie van ZABO
hadden gekregen), maar toen die een leeftijd van meer dan 20
jaar hadden bereikt, vond Cramers het tijd worden om nieuw
materieel voor de lijndienst aan te schaffen: dat werden hun
Volvo/Hainje-bussen 15 tot en met 18. Ik zie geen enkele reden
om aan de "identiteit" van deze bussen te twijfelen, want ze
zagen er bijna precies zo uit als de Volvo/Hainje-bussen die in
die tijd door de TET in Twente werden aangeschaft en de eveneens
vier wagens die in 1980 - op bestelling door het tussentijds
overgenomen Tensen - bij de VAD in dienst kwamen.
Zoals veel particuliere busbedrijven in die tijd, kon Cramers
niet tegen de duidelijke druk van Rijksoverheidswege op om de
lijndiensten op te geven. Hun lijnen werden, met de vier nieuwe
Volvo-bussen, overgenomen door VSL. Die gaf deze bussen de
wagennummers 9-06, 9-07, 0-08 en 0-09 (het cijfer vóór het
streepje was hier het laatste cijfer van het bouwjaar). Maar in
het landelijke nummersysteem van de NS-dochterondernemingen, en
later de VSN groep, werden het de wagens 3350 tot en met 3353
(ik heb inderdaad bronnen gezien die hiervoor nummers in de
3500-groep vermeldden, maar dat kan dan slechts zeer tijdelijk
zijn geweest en berustte vermoedelijk op een fout: de 3300-groep
was binnen dit nummersysteem een pure Volvo-groep en de
3500-nummers werden enkele jaren later aan nieuwe DAF-bussen
toegewezen). Toen NS korte tijd later zijn busaandelen aan de
nieuwe VSN groep had overgedragen en ook de TET tot de VSN groep
was toegetreden, schoven deze vier wagens door naar de TET; niet
zo vreemd want VSL had verder geen Volvo's en de TET had in die
dagen eigenlijk niets anders dan Volvo's! Bij de TET kregen deze
bussen weer bedrijfseigen nummers, te weten 42 tot en met 45,
maar pas op het allerlaatst werden de "officiële" nummers 3350
t/m 3353 op deze bussen aangebracht. De 3353 haalde, zoals
gezegd, de overgang naar Connexxion zelfs nog, zij het in een
rol als "anti-vandalismebus".