Als ik morgen dood ben, ben ik er in ieder geval geweest. (WK)
Een compliment kost niets, maar het effect is een miljoen waard.
Maak niet alle fouten zelf, geef je collega's ook een kans.
Ooit had je slechts wat feestdagen verspreid over het jaar maar tegenwoordig is er elke dag wat te vieren. Het is de dag van dit of de dag van dat. De dag van de positiviteit, de dag van dyslexie, de dag van het bier, de dag van de binnenvaart, de dag van de lach enz. enz. en omdat 365 dagen niet toereikend blijken te zijn hebben we nu ook elke maand wat nog te doen zoals b.v. Stoptober. Het was geloof ik de bedoeling dat ik in oktober zou gaan stoppen met roken maar omdat ik dat al circa 30 jaar niet meer doe, liep ik de hele maand met de ziel onder mijn arm. November is al omgedoopt tot Movember en dan moet iedereen een snor laten staan voor het goede doel. Ook dat is voor mij niks want die snor heb ik al jaren. Gelukkig heb ik toen zelf de maand van de busbrief bedacht en dat is in 2019 o.a. de maand november geworden onder de naam novembrief. Ik heb deze tekst op 1 november zitten schrijven en wat schetst mijn verbazing.....ik word gepasseerd door het televisieprogramma Zondag met Lubach die aan dat dagen, maanden en jarenverhaal een compleet item wijdde. Toeval of hebben ze mijn computer gehackt? Het maakt niet uit, gewoon toeval. Mijn novembriefresultaat staat hieronder en ik wens iedereen hopelijk veel leesplezier.
Een andere ietwat verkreukelde foto staat hier als tweede geplaatst. Op deze foto is een skelet te zien van wat na verloop van tijd vermoedelijk gaat lijken op de bus op de eerste foto. Ook tegenwoordig zal een carrosseriebouwer met een basis moeten beginnen maar het is niet meer denkbaar dat zo'n buizenstelsel (als dat nog met buizen zou gaan wat ik betwijfel) nog met de hand verplaatst wordt. Waarschijnlijk tilde men dit frame ook met de hand op een chassis......
De derde foto laat opnieuw een Verheul zien, de 106, maar
hier is de Verheul carrosserie gebouwd op een Kromhout chassis, ook een
Nederlands product want de Kromhout motorenfabriek stond van origine in
Amsterdam. Na de 2e wereldoorlog werd er getracht om de Kromhout tot
standaardbus te laten groeien maar dat mislukte mede doordat Leyland en
DAF aan de deur klopten en heel succesvol werden. In 1958 werd gestopt
met het produceren van bussen en vrachtauto's en na enige tijd werd het
bedrijf verkocht aan Verheul maar na nog een paar jaar was het alsnog
afgelopen en na het bouwen van 2000 Kromhouts was het over en uit.
De 106 stamt uit 1939, reed voor het GVB o.a. als leswagen en deze bus
eindigde in 1963 op de sloop in Soest.
van John Oron:
MAN diesel in Vianen leverde deze van Hool A330
(wagenparknummer 158) uit
2003, hier gefotografeerd in Almere in de ambulance uitvoering. In 2005 in
de nieuwe Brabant kleuren
rijdend voor Den Bosch ivm de aanbesteding en in 2009 afgevoerd.
Deze van Hool serie liep van wagen 154 t/m 167 en deze wagens reden
verspreid in Den Bosch, Tilburg en Breda. De serie 168 t/m 174 is
uiteindelijk in Delft terechtgekomen. De 175 en 176 zijn naar Slowakije
geëxporteerd.
Een bijzonder vervoermiddel is de Parkshuttle. De 'bus' op deze foto is een testmodel. Het zijn elektrische wagens van Spijkstaal uit circa 2005 met de nummers 5800 t/m 5805 en actief in de regio Capelle aan den IJssel, het Rivium. Deze wagens behoren tot de 2e generatie parkshuttle en sinds vorig jaar is er een 3e generatie waaraan nog het een en ander gesleuteld moet worden voor er volledige exploitatie mogelijk is want deze nieuwe generatie gaat onbemand rijden op de speciale shuttlebaan maar ook op de openbare weg en dat vergt uitgebreide voorbereiding voor sowieso de veiligheid. Op dit moment lijkt 2020 te lukken als startjaar.
Wie had gedacht dat het plaatsbewijs op deze foto zo snel in de vergetelheid zou belanden. Op dit moment rollen de vernieuwende plaatsbewijzen sneller dan ooit. Digitale kaarten zijn nu gangbaar maar hoe lang? Men zegt dat de toekomst zit in een chip die ergens onder je huid geplaatst kan worden zoals het chippen van een huisdier.....maar dan anders en dat je daarmee gaat betalen door je hand voor een aflezer te houden en klaar is de betaling. Ikzelf heb nooit met de Beckson hoeven werken maar het merendeel van mijn dienstjaren was de strippenkaart het beste in die tijd. Voor de jongeren onder ons is meer over die strippenkaart te vinden door op de foto te klikken.
Haltes en Abri's:
Van Pim D. kreeg ik dit fraaie
tableau toegestuurd. Tijdens zijn vakantie op het eiland Sao Miguel
(Azoren) kwam hij dit tegen. Zoals op de 2e foto te zien is, betreft
dit 'gewoon' een abri. Pim schrijft dat er meer abri's te vinden
zijn die net als deze voorzien zijn van prachtige tegeltableaus. In
het Portugees noemt men dat Azuleos.
Uiteraard wil ik niet negatief zijn over ons eigen land maar ik heb
sterk het vermoeden dat zulke kunstzinnige abri's in Nederland geen
lang leven zouden hebben. Minimaal besmeurd met graffiti in no time.
Des te leuker als blijkt dat het wel mogelijk is om iets moois van
een abri te maken maar dan moet je er helaas voor op
vakantie gaan.
Een andere buitenlandse abri kreeg ik van Jan van B. toegestuurd. Deze abri zou in Nederland niet op prijs gesteld worden gezien het afgesloten karakter en daar kan ik mij best iets bij voorstellen. In Mosles heeft men daar blijkbaar minder moeite mee. Als iemand wil weten waar Mosles ligt, heb ik er een plattegrond bij geplaatst.
Tot slot een halte waar helemaal geen sprake meer is van een abri, althans geen overdekte versie want er is wel een zitplaats en een afvalbak dus zal het daar wel meevallen met de regenbuien. Ik kwam deze foto per ongeluk ergens tegen dus ik heb geen locatie van de fotograaf gekregen.
Arjen Boswijk stuurde mij een aantal gedichten waarvan in busbrief 143 de eerste geplaatst is. Deze keer dus alweer zijn 11e poëtische inzending.
In deze busbrief gaat Arjen op weg naar Balg en hij legt zelf uit waar dat is.
IJsland en Noorwegen:
Collega Stefan H. is een IJsland
liefhebber en daarbij vergat hij niet om ook zijn werk in
gedachten te houden door een IJslandse bus te fotograferen. Het
blijkt een zogenaamde GINAF bus te zijn. Ginaf is een
bussenbouwer uit Nederland en het is een afkorting van Van
Ginkels automobielfabrieken. Van Ginkel is gespecialiseerd in
zwaar transport en dat is duidelijk zichtbaar bij deze bus.
Vanzelfsprekend is dit geen streek- of stadsbus, het in- en
uitstappen zou niet bevorderlijk zijn voor de doorstroming lijkt
mij. Nee, deze wagen hoort, zoals op de zijkant staat, bij het
bedrijf 'Mountaineers of Iceland' en dat is een bedrijf dat
tours verzorgd naar gletsjers en andere onherbergzame oorden en
dan is een offroad voertuig van levensbelang.
Vanuit Noorwegen kreeg ik een foto van Bastiaan M. die daarmee wilde aantonen dat ook in Noorwegen oldtimers in ere gehouden worden. Hieronder het schema/plaatsbewijs van een rondrit met een historische bus.
100 Jaar NZH - 50 jaar busvervoer:
Deze tekening krijgt meer bekende
bustypes in beeld want we komen aan in de jaren 1955-1956. De
naam Crossley en Verheul zijn nog in beeld maar ook Holland
Coach en Hainje worden genoemd. Klik op de tekening
voor een grotere versie.
Bustype:
Ik heb ooit een aardige serie foto's gekregen met 12
bustypes als onderwerp met wat technische specificaties erbij. Voor de
liefhebber is het met wat zoeken op internet eenvoudig te vinden maar voor
de lezer die dat niet gaat doen, heb ik de komende busbrieven
steeds één type in beeld. De vierde bus in deze serie is de
DAF/den Oudsten Alliance B95. Dit type bus is een voltreffer
geweest want het was jarenlang een veel gebruikte bekende in de
OV wereld. De serie begon in 1989 en heette dus Alliance B89.
Het zal nu dus eenvoudig zijn om alle varianten een startjaar te
geven. De bus op de foto is de 2825 uit 2001 deze versie is dus
in 1995 voor het eerst gebouwd. In 2001 werden er van deze serie
37 bussen afgeleverd te weten de 2797 t/m de 2833. Intussen zijn
al deze wagens afgevoerd naar diverse bestemmingen. Veel wagens
kwamen in het buitenland terecht, in het bijzonder Ivoorkust en
ook bij het bekende Nederlandse bedrijf Womy. De 2828 is nooit
verder gekomen omdat deze bus in 2006 tijdens de eerste rit
volledig uitgebrand is. Oorzaak: kortsluiting in de kachel.
2e leven:
Het is alweer een hele tijd
geleden dat ik het 2e leven van een bus gesproken heb. Als ik
goed geïnformeerd ben was dat in busbrief 142. Nu weer eens 2
wagens die voor dit hoofdstuk geschikt zijn. Als eerste een
behoorlijk oude wagen namelijk gebouwd in 1967 als wagen 49 voor
RCT (Reiscentrale Twente) In 1977 kwam de bus in handen van de
TET in Enschede als wagen 249. Het is een DAF/Domburg maar de
originele carrosserie is in het 2e leven enigszins aangepast
zoals te zien is op de 2e foto waar de bus nog trots voor de TET
rijdt. Grappig is dan weer dat de linker buitenspiegel er nog
steeds wat krakkemikkig bijhangt.....De bus kreeg een nieuw
bestaan bij de particulier waarvan bekend is dat de 249 in 1980
daar terecht kwam, WM de Gooijer in Ingen (ligt even boven
Tiel). Vandaar kwam de bus in 1998 in handen van R. Faber (Trafic
Klassiek en Cabrioverhuur) in Rotterdam en daar dateert de foto
van want als fotobijschrift staat de Wilhelminakade vermeld. De
249 was in 2007 weer te koop maar is uiteindelijk in 2008 naar
het buitenland vertrokken waarna de levensloop niet meer te
traceren valt.
Niet elk 2e leven is zo heroïsch als hierboven beschreven. Van Ruurd B. kreeg ik ooit deze foto van 2 in verval geraakte bussen. De voorste wagen is de Westnederland 2330, een Leyland/den Oudsten uit 1973 waarvan het kenteken GB-63-01 geweest is. Het gele uiterlijk van Westnederland is verruild voor een crème kleur met een groene bies aan de zijkant. Beide bussen zullen dus na het OV een 2e leven gehad hebben maar dat is duidelijk ten einde. De 2e foto is de wagen in betere tijden en op de derde foto zien we de opvolger van dit busnummer namelijk de 2330 uit 1999, een DAFB95/den Oudsten die het tot 2013 uitgehouden heeft en daarna via Womy vermoedelijk naar Cuba gegaan is.
Oud collega Krijn stuurde mij geruime tijd
geleden een serie foto's van een speciale dag met een speciale
bus en hij vroeg of het iets voor de busbrief kon zijn. Over de
bus weet ik te melden dat het een oude schoolbus uit de USA is,
gebouwd in 1990 en in 2007 alhier eigendom werd van L.van den
Heuvel in 's-Hertogenbosch. Daarna staat als eigenaar vermeld B.
Prins in Varik en ook dat ligt toevallig in de buurt van Tiel
(eerder ter sprake bij de eerste foto van het hoofdstuk 2e
leven). Of de bus ten tijde van deze foto's nog bij Prins in
dienst was, weet ik niet. Het zijn sfeervolle foto's dus hierbij
geplaatst met Krijn himself in beeld op de 3e foto.
Heeft iemand een antwoord, stuur het naar kameleon@ziggo.nl en ik zorg dat het bij de juiste persoon terechtkomt.
Een vraag van een Marcel Post:
Ik hoop dat iemand mij kan helpen met
het vinden van een foto van de sticker die menig bus had toen ik
opgroeide in Groningen rond 1980 - 1990.
De sticker is een pictogram van een tweetal handen die aangeven dat
rommel in de prullenbak moet. Als ik het mij goed herinner, is het 1
hand met een vinger omhoog om aan te geven 'let op', en een tweede
hand die omlaag wijst naar een kleine (grijze?) prullenbak (die, als
het goed is, zich meteen onder deze sticker bevindt).
Ik zou graag deze sticker nog eens willen zien, maar na ettelijke
pogingen om deze afbeelding op het Internet te vinden, ben ik hierin
nog steeds niet succesvol geweest.
Toevallig kwam ik bij de busbrief website terecht en vroeg ik me af
of hier wellicht iemand is die mij kan helpen.
Met vriendelijke groet,
Marcel Post
Een tweede vraag van Rodney:
Weet iemand of ze in Nederland weleens fietsenrekken op bussen
gemaakt hebben? Hier in de VS hebben de meeste stadsbussen dat en
het verbaast me eigenlijk dat in Nederland fietsland dat niet gedaan
wordt - althans bij mijn weten. Is het wel eens overwogen? Hierbij
een voorbeeld
https://www.youtube.com/watch?v=xhu40x9pcTY
Een antwoord kwam binnen van Hedde:
In de jaren 50 heb ik nog bussen gekend van de ESA die een
metalen trapje achter op de bus hadden en boven op de zijkanten van
het dak goten waar de fietsen in konden staan. De chauffeur stond op
het dak om de fietsen aan te nemen en in de goten te plaatsen. De
passagiers moesten de fietsen naar boven tillen. Ging niet altijd
met nette woorden vooral niet bij fietsen met fietstassen. Fietsen
mee met de bus was op het platteland wel nodig omdat niet iedere
halte dichtbij en lopend bereikbaar was. Eind jaren 50 was het
gedaan met dit soort vervoer.
In de Autobuskroniek nr 7 (juli/augustus 1978) staat een foto van
ESA bus 72, een MAN/Groenewold met op het dak zowel links als rechts
aan de zijkant een rek geplaatst. Hierin kon een of meerdere fietsen
geplaatst worden. Hetzelfde is te zien op een foto van bus 39 in
Autobuskroniek 81 (maart 1981), een Bedford/OKBD in Hoogeveen. Een
foto van Eggink. Ook in Autobuskroniek 81 een artikel over 50 jaar
Bedford van Frank Lestrade. Een Bedford van de ESA (wagen 55) met
carrosserie van Smit Appingedam met achterop het dak eveneens een
rek. Allemaal bussen uit de jaren eind 40 begin 50. Het waren
eenvoudige rekken waar precies een fietswiel in paste. Dus voor een
fiets had je twee delen van zo'n rek nodig. Er konden maximaal vier
fietsen vervoerd worden. Het opengewerkt trapje zat meestal rechts
achter. Ook apart was dat ESA de bussen kreeg als casco en ze zelf
afwerkte en dus zelf de rekken op de bussen maakte en monteerde.
Een ander antwoord kwam van Jos in Nieuwegein:
Verkeersregels in Nederland verbieden het. En achterop is te
gevaarlijk want dan heeft chauffeur geen goed zicht op
laden/afladen.
Aan de voorzijde mag deelbare lading niet uitsteken.
En dan wilde ik afsluiten met een bus welke in gebruik was bij het energieke protest van onze landelijke bevolkingsgroep. Een solidair busbedrijf met een slogan waar ik weinig tegenin kan brengen.
Busbabbel:
In
de 4e (en laatste) 'carrière' babbel over mijn wel en wee wil
ik jullie laten weten dat de vrijheid mij goed afgaat. Ik mis het werk gek
genoeg niet. Ik schrijf opzettelijk 'gek genoeg' want ik heb mijn werk
altijd met veel plezier gedaan en dan verwacht je dat je het gaat missen.
Niet echt dus. Wat ik wel mis, is het contact op de werkvloer. De grapjes, het
mekaar dollen maar ook het delen van serieuze emoties als dat zinvol was.
Helemaal loslaten lukt niet en dat wil ik eigenlijk ook niet. Het zijn
zoveel prettige jaren geweest dat ik lief en leed gedeeld heb, waardoor ik
geïnteresseerd blijf en zo nu en dan een praatje ga maken aan de vestiging
of op Delft station. Ik wil natuurlijk ook voor mijn beide webpagina's
enigszins up-to-date zijn en blijven.
Het afscheid was een gedenkwaardige
gebeurtenis waarbij ik me toch echt liet verrassen ook al denk je dat
gebeurt mij niet. Aangezien ik al jaren geen chauffeursdiensten meer reed, kon ik
niet op mijn laatste rit afgelost worden dus werd er een andere tactiek
ingezet. Mijn manager zou mij thuis komen ophalen maar dat werd even later iets
aangepast want het was makkelijker als ik bij het eindpunt van buslijn 64 en tramlijn 1 zou wachten, dat was makkelijker te vinden. Ik kon het niet
laten om op deze dag, waar ik wel een soort receptie verwachtte, gekleed te
gaan in het ZWN uniform mét pet, zo ben ik nou eenmaal. En dat was een
fortuinlijke ingeving geweest want na enig wachten verscheen in de verte de
omtrek van het door mij zo geliefde type gele MB200 en ik kon op mijn
vingers natellen dat dit geen toeval was en dat die bus voor mij kwam. Het kippenvel steeg tot
buitensporige proporties toen ik dat zag aankomen inclusief een
bezettingsgraad van collega's, vrienden en oudgedienden. Mijn uniform was
per ongeluk dus echt een waardevolle keuze en na de begroetingen en het fotograferen
mocht ikzelf achter het stuur stappen om de 3681 naar de vestiging te
rijden. Om wat langer van de rit te kunnen genieten, reden we via Delft
station (zie foto). Wie had dit mogelijk gemaakt? Erik Kanters, behorende
tot de club OV(er)Stappers waar ook ik deelgenoot van ben (meer hierover in
een volgende Busbabbel), had dit voor elkaar gekregen. Hij had vanuit
Brabant de 3681 mee mogen nemen.
Aangekomen bij de vestiging wachtte mij een grandioze ontvangst met vele
geschenken, bloemen, het Connexxion beeldje en een fraaie toespraak van
manager André. Wat kun je meer wensen op zo'n dag. Ook via deze Babbel wil
ik iedereen die mij deze fijne dag bezorgd heeft, nogmaals van harte danken.
Ter illustratie een drietal foto's als bewijs dat ik het niet gedroomd
heb......
foto: Jeroen Mastenbroek
foto: Jeroen Mastenbroek
foto: Jeroen Mastenbroek
Hartelijke groeten,
Wim Koeleman (kameleon@ziggo.nl)
Wijsheden:
Als ik morgen dood ben, ben ik er in ieder geval geweest. (WK)
Een compliment kost niets, maar het effect is een miljoen waard.
Maak niet alle fouten zelf, geef je collega's ook een kans.