terug naar de |
|
3 juli
2005
N i e u w
s i n B u s b r i e f f o r m a a t
_____________________________________________________
______Onderwerp:
de Leyland-5400 serie_______________
Verhalen
over oude en nieuwe bussen, aflevering 6
Brave Borsten,
Het onderwerp van deze week is
wederom een stadsdienstverhaal maar nu over de 5400 serie. Voor de meerderheid van de
huidige collega's is dit een bustype uit lang vervlogen tijden en toch lopen er
nog steeds chauffeurs rond die hiermee hun diensten hebben gereden. Ik vraag
jullie dus bij deze om een flinke hoeveelheid respect voor mensen die deze
oudheidkundige tijden meegemaakt hebben en nog steeds hun rondjes draaien
op de weg. Er is in die circa 25 à 30 jaar waarover ik nu praat heel veel
veranderd. Met weemoed denk ik terug aan dit materiaal waar ikzelf maar heel
kort mee heb mogen rijden maar ik
weet zeker dat ik zou schrikken als ik nu weer dag in dag uit met deze bussen
zou moeten rijden. Niet dat het nú ideaal is maar qua comfort valt er vergeleken
met toen, nu niet te klagen.
Goed, ik zal maar eens laten zien waar ik
het over heb!
Foto
1:
Ter kennismaking met deze "cubs" mét
Tiger-embleem, de 5440. Het betreft voor Delft de serie 5437 t/m 5444 die in de
jaren 60, 70 en 80 de stadsdienst reden. Ook lijn 59 (nu lijn 132 in 2005
en in later jaren lijn 38) werd vanwege
de vergunning voor B-weggebruik met deze kleinere wagens gereden. Deze lijn
liep in de tijd dat ik hem zelf reed van Den Haag CS via Voorburg, Nootdorp naar
Delft en verder zoals nu via Den Hoorn, Schipluiden, Maasland naar Maassluis
uiteraard met de nodige aanpassingen in de route want b.v. in Maassluis zijn in
mijn herinnering bijna alle straten wel een keer tot busroute
uitgeroepen.
Maar laat ik mij concentreren op het
stadsvervoer. In het begin van de stadsdienst bestond het lijnenpakket uit 2
lijnen namelijk een A-route en een B-route (filmkast). Deze 2 routes bedienden
de hele stad al moet je er wel bij bedenken dat Delft in die tijd een stuk
minder vol- en uitgebouwd was als nu. Eerst werd de stadsdienst vanuit de
vestiging Loosduinen gereden, later werden er bussen achter het station
geplaatst in de open lucht en was er een onderkomen in het stationsgebouw. Weer
later toen de vestiging Delft geopend was, verhuisden de bussen naar de huidige
garage maar bleef de koffieruimte nog een tijdje bestaan in het stationsgebouw.
(als je naar het gebouw kijkt, was dat in de linkervleugel aan de pleinzijde)
Een bijzonder overgebleven detail was dat in een bepaalde dienst een onderdeel opgenomen was
waarin stond dat wij einde dienst, het stationsgebouw moesten afsluiten. De
sleutel gooide je dan ter hoogte van onze koffieruimte door een gleuf weer
terug in het stationsgebouw.
Op deze foto zie je de 5440 staan ter
hoogte van het stationsgebouw op een plek waar wij nu met onze huidige
stadsdienst met de neus naar het gebouw halteren. Er was in die tijd nog geen
sprake van een echt plein want zelfs het sextant (verkoopkantoor en
eindpuntvoorziening) was er nog niet. Dit zou later gebouwd worden op een plek
die je op deze foto ziet, rechts van de 5440 aan de andere kant van de heg. Een
punt (letterlijk) van herkenning zie je helemaal in het midden bovenaan de foto.
Dat torentje met die "lamellen" kun je nog steeds zien maar dan achter het hek
langs het water. Het is bewaard na de sloop van de gebouwen die je hier op de
achtergrond ziet. Ik hoop een speciale busbrief aan het stationsplein te wijden
want er valt genoeg over te vertellen.
(Aanvulling anno 2010: Alles op deze foto en ook rondom deze
foto is nu gesloopt omwille van de bouw van de spoortunnel die het
spoorviaduct moet gaan vervangen.)
Foto
2:
Deze wagens hadden net als de 5600
serie uit busbrief 4 een lengte van 10 meter, gebouwd bij Verheul op een
Leyland-chassis en onze serie stamt uit 1967. In eerste instantie was er geen
stuurbekrachtiging maar omdat deze stadswagens in het zeer arbeidsintensieve
Delft werden ingezet, is er enkele jaren later een luchtaangedreven systeem
aangebracht. Uiteraard een verbetering maar toch niet zoals we nu gewend zijn
want dit systeem wilde nog wel eens kuren vertonen en dan haperde de boel heel
even maar genoeg om je te laten schrikken als je net in een bocht zat. Er zat
een massief gietijzeren stuur in waarbij je op moest passen dat je je vingers in
de gaten hield want als het stuur na een bocht terugkwam, wilde het soms lijken
of je je tengels in een snijbonenmolen hield. De ruitenwissers werden ook op
luchtdruk bediend en je kon de snelheid ervan afstellen door meer en minder
lucht toe te voeren. Op foto 1 zie je ook de kleine spiegel weer terug zoals
eerder te zien was bij "Flipper" in busbrief 3. Op de andere foto's zie je de
standaardspiegel, die tot voor kort op alle bussen te vinden was, verschijnen. De
5444 op deze foto staat te halteren op Alphen CS.
Foto
3a-3b-3c:
Ere wie ere toekomt. Een man die in
het verkeerde lichaam geboren is want hij had beter als bus ter wereld kunnen
komen. Mister 5437 hier in de 5438: Piet Bakker. Over Piet valt zoveel te vertellen
dat ik ook daarover misschien nog weleens een aparte busbrief maak maar de inzet
van Piet voor het handgeschakelde oudere bustype is legendarisch.
Op deze foto zijn ook goed de
"airco-roosters" te zien links en rechts van de filmkast.....
Op de plaats waar deze 5438 op de
foto staat, is
nu het plein van het nieuwe winkelcentrum Zuidpoort maar toen was daar het
busstation In De Veste. Voordat winkelcentrum In De Veste ontstond was hier
(tussen grofweg de Beestenmarkt en de Sebastiaansbrug ) een complete woonwijk,
een soort Delftse Jordaan. Een gebied dus met een roerige
geschiedenis en het is nog niet voorbij want over enige jaren is het de
bedoeling dat er een tram, lijn 19, langs komt rijden.
Zoals wij nu om het kwartier
samenkomen op het Stationsplein, zo kwamen we in die tijd met 6 bussen bij
elkaar op dit overstappunt. Er was een redelijk overzicht mogelijk op je geld en je stempel
vanaf het perron zodat het tot een redelijk vaste gewoonte was geworden om,
zeker 's avonds, met z'n zessen even een paar minuutjes te kletsen, te dollen of
soms zelfs serieus te zijn. Dit sociale gebruik werd niet altijd door alle
passagiers op prijs gesteld maar in het algemeen was het geen probleem.
Blijkbaar was de haastige levensstijl anno 21e eeuw nog niet in gebruik.
Tegenwoordig (2010) komt er nauwelijks nog een chauffeur uit zijn of haar
bus om te onthaasten. Men gunt zich daar geen tijd voor en die ontbreekt ook
vaak in het huidige schema maar er zijn genoeg momenten dat het wel zou
kunnen maar helaas.
Een fraaie scherpe foto van de 5442 in actie. Henk achter het
stuur van deze Delftse Leyland in de bocht op het station. Ik schreef bij
foto 2 over de ruitenwissers en hier zie je dat het allemaal nog niet zo
ging als tegenwoordig. Door die luchtdrukregeling hadden beide wissers een
eigen leven en stonden ze niet allebei in dezelfde stand.
Van Piet wederom een originele foto van de 5443. Een winters
tafereel en ik ben er zeker van dat het de aanbouw zijnde wijk Tanthof Oost
betreft in Delft en om nog specifieker te zijn denk ik dat dit de Motorenweg
is die uitkomt bij Station Zuid.
Foto
4:
Om een indruk te geven van de
inrichting van de chauffeursruimte in een bus in die tijd, plaats ik hierbij een
foto van de cabine van museumbus 4842. Een Leyland-Verheul uit 1961 waaraan
collega Aad Westerduin nog heel wat uurtjes heeft gesleuteld en van wie ik
o.a. deze foto heb gekregen. Het dashboard van een 5400 was op diverse plaatsen
anders ingedeeld maar bij gebrek aan zo'n foto deze om in ieder geval een indruk
te geven van alles. Zichtbaar is de tachograaf waar we nu alleen nog mee te
maken hebben bij tour-ritten of ns-vervoer maar vroeger was voor elke dienst een
nieuwe schijf nodig. De echt oudere bustypes hadden zelfs een weekschijf, een
kunstig pakketje schijven dat zichzelf in de klok elke dag voorzag van een nieuw
exemplaar. De "snijbonenmolen" is zichtbaar en de handremhandle die ik bedoelde
in de vorige busbrief ook.
De betaaltafel is herkenbaar en nog
steeds in gebruik anno 2005. Het apparaat dat er bovenop staat is de beroemde
Beckson, de voorganger van de strippenkaart voor betalingsbewijzen en een
mechanische voorloper van het elektronisch betalen van binnenkort. Het is een
collector's item ondertussen. Ik heb er zelf niet mee gewerkt want ik ben in
dienst gekomen in 1983 en de Beckson werd tot 1980 gebruikt. Je stelde met
schuifjes de juiste combinatie samen voor het gevraagde kaartje of abonnement en
met de slinger aan de zijkant rolde er dan een kaartje uit. Behoorlijk
arbeidsintensief als je bedenkt dat het autogebruik nog niet zo grootschalig was
als nu en dat er dus veel meer woon- werkverkeer met de bus plaatsvond.
Foto
5a-5b:
De kwaliteit van deze dia
was niet om over naar huis te schrijven maar ik kon het toch niet laten
om hem te plaatsen want het is dezelfde wagen als bij foto 3c, de 5443
maar nu niet meer als bus in actieve OV-dienst maar in een 2e leven als
werkwagen van de sneltram in Nieuwegein waar deze foto dan ook gemaakt
is. Het zwaailicht ziet er wat speelgoed-achtig uit maar zal vast wel
van pas zijn gekomen zo nu en dan.
Hier nog een andere wagen uit deze categorie, de 5383. Deze wagen is gebouwd
in 1964 is bij de NZH begonnen en later bij de VAGU terecht gekomen rond
1973-1974 en in het wagenpark opgenomen onder nummer 67. De VAGU was een
zelfstandig busbedrijf sinds 1952, In 1987 is het bedrijf overgenomen door
Westnederland.
Deze bus is in 1974 verbouwd bij Tersteeg, vermoedelijk om aan de eisen van
de VAGU te voldoen.
Tot slot:
Zo, dat was de 6e brief maar ik sluit
nog niet af want ik wil nog even kwijt dat er een 5400 geheel gerestaureerd is,
namelijk deze 5443.
Klik op:
Hopelijk was de inhoud
interessant genoeg, tot de volgende brief!
Groeten
terug naar de |
|