Beste bestuurders,
Het is gelukt, de eerste mijlpaal is bereikt. Leuk om een
lustrum te vieren dus bij deze heb ik het mailtje een beetje aangekleed in een
tijd dat het meeste om ons heen wordt uitgekleed. De vijfde busbrief heeft als
onderwerp "Bijzondere exemplaren". Voor sommige collega's is elke bus een
bijzonder exemplaar dus dan wordt het voor mij moeilijk om nog met iets
origineels te komen......maar ik denk dat het me toch gelukt is. Bij deze wil ik
een aantal collega's mijn hartelijke dank overbrengen voor de aangeleverde
informatie. Van uniek fotomateriaal tot persoonlijke notities en herinneringen
uit een rijke rijdende loopbaan. Ik zal er zeker in de komende weken gebruik van
maken.
En dan nu de foto's:
Foto 1:
Een bus die voor de oude hap tot de verbeelding spreekt
namelijk de Leyland-2570. Ik heb hem t/m 1988 in mijn administratie staan. Wie
herinnert zich niet het moment dat je ging proefrijden bij de sollicitatie.
Samen met een controleur/chef ging je de stalling uit en dan kwam het moment dat
hij zei: "En nu jij!" De 2570 had de mogelijkheid tot beperkte dubbele bediening
en het plaatsen van een stoel t.h.v. de instapdeur. Ik herinner me dat moment
nog als de dag van gisteren. Je pakte dat grote stuur en je keek eens in de
binnenspiegel en alles wat je zag was bus, bus en nog eens bus. Moest dat
allemaal mee de hoek om???
Deze testritten in Delft werden meestal gedaan door de heren Hans
van Kuijk, Bertus Haneveld en ik dacht ook door Bertus van de Vorstenbos. Als ik
me vergis of mensen oversla dan krijg ik dat vast nog wel te horen denk ik.
Terugkomend bij de stalling, blij dat het allemaal redelijk zonder stoepranden
was gegaan, kwam de laatste horde die genomen moest worden en dat was de
doorrijstraat. Weer in de stalling kreeg je dan een hand waarbij enigszins
ironisch werd opgemerkt dat de handpalm redelijk droog aanvoelde. Ik ging er
maar vanuit dat dat als een soort graadmeter en compliment beschouwd diende te
worden. Als je aangenomen werd, ging je met deze bus daarna een paar weken
lijnverkenning doen, zonder passagiers, en werd je vertrouwd gemaakt met het
openbaar vervoer. Hierna kwam je pas bij een leermeester terecht die jou op de
dienst, met passagiers, vertrouwd maakte met het intensieve werk van halte tot
halte en geloof me, het was vroeger echt allemaal veel drukker
in je bus terwijl het nu veel drukker is
buiten je bus.
Dit gebeurt nu uiteraard nog maar allemaal op beperktere
schaal. De uitdrukking "tijd is geld" kwam vroeger ook voor maar was niets
vergeleken met tegenwoordig. Er was toen gewoon veel tijd en ook geld was nog
geen groot probleem.
Zoals onderaan op de foto te lezen valt, heb ik deze prent
te danken aan John Windau. De sky was nog niet de limit in Den Haag zoals de
bouwactiviteiten op de achtergrond bewijzen.
Foto 2:
Een andere bus met een speciale achtergrond is deze den
Oudsten/DAF MB200 3875 automaat. Hier staat hij voor de stalling
Vlaardingen, een gehuurd onderkomen bij de dijk tussen Vlaardingen en Maasluis
beter bekend als de witte-dassen stalling omdat op een gegeven moment de meeste
chauffeurs aldaar een witte sjaal waren gaan dragen. In tegenstelling tot die
witte dassen was deze bus helemaal zwart beplakt en heette uiteraard daardoor de
begrafenisbus, niet wetende dat er tegenwoordig echt een begrafenisbus zou
bestaan. Nog gekker heb ik het altijd gevonden dat iemand reclame maakt voor
bloemen d.m.v. een zwarte bus maar daar zullen reclameburo's wel een uitleg voor
kunnen bedenken. Als ik het verder nog allemaal goed kan herinneren is een
broertje (of een zusje, hangt ervan af welke onderdelen je daarbij voor ogen
hebt) van deze bus, de 3874, later uitgerust met een speciale stoel. Dit
was om Jan de Jong, chauffeur te Vlaardingen met rugproblemen, zo goed
mogelijk te kunnen laten functioneren.
In 1988 komt de 3875 voor het eerst voor in mijn database
en in 2002 kom ik hem voor het laatst tegen.
Foto 3:
De oudste lijnwagens waar ikzelf dienst mee heb gereden
zijn de 2000-serie Leyland - wagens. Voorgangers van foto 1, zitplaatsen met een
grijze bekleding, een wat kortere en gedrongen versnellingskolom dan zijn
opvolgers en natuurlijk de grote mechanische handrem links naast de
chauffeursstoel op de vloer. Je trok hem aan een handvat scharnierend omhoog
tussen 2 rubberflappen door die 's winters voor veel ongewenste luchtverversing
zorgden. De afbeelding die ik hierbij plaats is van de 2085 uit het tijdperk van
de oude lijnnummering zoals zichtbaar op de filmkast "lijn 52 ........via
Naaldwijk". Aan de parkeermeters te zien, schat ik de locatie op Rotterdam CS.
Verdere informatie is wellicht te halen bij Delftse collega Chiel O. want ik heb begrepen dat de
2085 een van zijn favoriete bussen is geweest en wie weet zit hij op deze
foto zelfs achter het stuur.
Foto 4a-4b-4c-4d-4e-4f:
Om het kwartet aan foto's vol te maken, heb ik gekozen
voor een aantal plaatjes van een bus uit de 3100-serie, de 3114. Niet de 3100-serie die
ik in busbrief nr.1 heb voorgesteld maar een 3100-serie uit langer vervlogen
tijden, de Leyland-National. Hier ook te zien met een lijnvoering zoals die
gebruikelijk was vóór de zomer van 1983. Deze National is later terecht
gekomen in het Haags Busmuseum alwaar hij nog steeds te bewonderen is. Deze
wagens zijn een ongekende tegenvaller voor het bedrijf gebleken. De
storingen waar wij tegenwoordig over klagen zijn nog niets vergeleken met
deze wagens. Deze bussen
hebben dienst gedaan tussen 1975 en 1980 en werden de "SRV-wagens" genoemd. Op
de internetpagina van het
Haags Busmuseum kun je verdere technische toelichting
vinden.
Ten tijde van de oorspronkelijke 5e busbrief had ik verder
geen foto's van dit type in de collectie maar later wel en daar plaats
ik er hierbij een paar van. Op 4b staat de 3114 naar mijn idee op het
achterterrein van de oude vestiging Delft aan Schieweg 80.
En op deze 3e foto lijkt het of de bus dienst rijdt op lijn
60 maar de rode letters op de voorzijde laten zien dat de 3114 toen al
in bezit was van het HBM.
Nogmaals een actiefoto maar dan op de Prof.Telderslaan in
Delft.
Een staatsieportret uit 2004 en ik vermoed dat de foto in
Kijkduin gemaakt is.
Tot slot een National van de ZO (ZuidOoster) in minder
voordelige omstandigheden. Dan kun je als bus natuurlijk veel beter
eindigen in een museum want van deze National zullen slechts snippers
overgebleven zijn. Op het stukje dat midden voor de bus ligt, lijkt het
wagenparknummer te staan en dat zou dan 3124 moeten zijn die hier bij
XHofleer, een metaalhandel in Gennep
Tot slot:
Tot zover de lustrumeditie van de busbrief, graag tot
volgende keer
Klik op:
met fluitende groeten